Mediepad I: werkvermijdende activiteiten en verluchte manuscripten



Eén van mijn favoriete werkvermijdende activiteiten is het verzinnen van bijschriften voor illuminaties uit middeleeuwse handschriften, om die vervolgens op Facebook te posten. Als handvat voor de éénregelige tekst gebruik ik enige variant van ‘in de middeleeuwen’, en dan zoiets als ‘hadden zelfs konijnen een mobiele telefoon’ of ‘zeiden eenden ook reeds kwek, zij het met een deftige q.’ Geen hoogdravende bezigheid, maar wel een genoeglijke.

Gorleston Psalter, Engeland 14de eeuw
British Library, Additional 49622, fol. 107v



Gorleston Psalter, Engeland 14de eeuw
British Library, Additional 49622, fol. 190


Want middeleeuwse handschriften zijn de moeite van het bekijken meer dan waard: mooi, verfrissend en levendig en in de marges vol verrassingen als smileys en teletubbies. Nu zou ik graag en met een uitgestreken gezicht beweren dat ik voor de afbeeldingen uitputtend onderzoek verricht in de online handschriftencollecties van gerenommeerde bibliotheken als de Bibliothèque Nationale de France (via de database BVMM) of de Koninklijke Bibliotheek. Het is opvallend hoe ver voorop die middeleeuwers lopen in het voorbeeldig digitaal toegankelijk maken van hun bestanden. Maar feit is dat ik het meeste van Facebook pluk, van pagina’s als Sexy Codicology, Discarding Images of Museums, Art Galleries, Exhibitions and Events. Toch kan ik ook daar al behoorlijk wat tijd mee zoet brengen.


Daarom was ik opgetogen dat dit tijdverdrijf niet zomaar een tijdverdrijf bleek voor loze moeders in Wieringerwaard, maar een 'scholarly pursuit'. Volgens google vertalen, altijd goed voor een mooie miskleun, betekent dat "wetenschappelijke achtervolging". Ha, James Bond in de middeleeuwen; ik zie dan meteen weer uren genoeglijk struinen naar de middeleeuwse variant van autoraces met ontploffingen in online manuscriptencollecties in het verschiet. Toch maak ik uit het artikel ‘Of Captions, Clerics, and Queens’ (op de website van British Library, toch ook niet de eerste de beste bibliotheek) op dat het zeker om een erudiete bezigheid gaat, met een eigen naam in de ‘scholarly community’ (die heb ik dan maar niet meer aan google voorgelegd), te weten ‘tagging’ of ‘captioning’.


Guillaume de Diguleville, Pèlerinage de vie humaine, 

Frankrijk, laatste kwart van de 14de eeuw of eerste kwart van de 15de.
 British Library, ms. 4399 fol. 82r


Van speels tot dichterlijk, van designer-handtassen tot bagels-als-trouwringen; de auteur van het stuk, Robert Miller, heeft leuke voorbeelden. Zijn persoonlijke favorieten zijn echter niet de grappige ‘tags’, maar die tekstjes die getuigen van ontzag voor de ‘intimiteit en een uitzonderlijke menslievende kwaliteit' van middeleeuwse illuminaties’. Natuurlijk bewonder ik die intellectuele verfijning op mijn beurt, zonder meer, maar persoonlijk loop ik liever te gnuiven om zoiets als ‘monk, bopped on the head with a baguette’.


Graduaal, Italië, 3de kwart 15de eeuw 
British Library, Additional 39636, fol. 10


Millers eigen eerste poging was een ‘caption’ voor een miniatuur met zingende Benedictijner monniken rond een lessenaar: “At the medieval Apple store, trying out the latest iPad.” Ik vond ‘m geweldig. Mijn Facebookvrienden maakten er korte metten mee: ‘Mediepad’, of ‘relipad’ moest het zijn. Een mooiere titel voor deze nieuwe pagina van mijn blog kan ik niet bedenken.


Robert Miller, Of Captions, Clerics and Queens: tweeting the medieval illuminated manuscript, 24 mei 2013, zie de British Library Blogs


Reacties

Populaire posts van deze blog

KWAB. Dutch Design in the Age of Rembrandt

De dagelijkse tobberijen: Moerasmaffia